De Congregatie van Missiezusters van Onze Lieve Vrouw van Afrika (Witte Zusters) is in 1869 opgericht in Algiers (Algerije) door de toenmalige aartsbisschop van Algiers, de Fransman Kardinaal Charles Lavigerie (1825-1892). Het jaar daarvoor, in 1868, had hij de Sociëteit van Missionarissen van Afrika (de Witte Paters), gesticht. De Witte Paters en Witte Zusters werden zo genoemd omdat ze geheel in het wit gekleed gingen, met een habijt aangepast aan de islamitische cultuur: de paters met een rode fez en lang bournous en de zusters met een lange witte sluier.
Lavigerie was erg begaan met de problemen in de wereldkerk en die in Afrika in het bijzonder. Hij wilde naast kerkopbouw ook aandacht voor de Afrikaanse vrouwen en gezinnen. Daar had hij vrouwelijke missionarissen voor nodig, die gemakkelijker toegang tot hen kregen. Ook toen er hongersnood was in Algerije, konden zij de kinderen in de weeshuizen opvangen. Lavigerie zag als een van de eersten dat de zusters een eigen zelfstandige missie nodig hadden met eigen taken, los van de paters.
In 1869 kwamen de eerste 8 Bretonse jonge vrouwen aan in Algerije, na een gevaarlijke boottocht over de Middellandse Zee vanuit Marseille. Buiten kijf staat dat hen als pioniers een zware tijd wachtte. De eerste generatie missiezusters stierven jong.
De eerste Algemene Overste was de Franse Mère Salomé (Marie-Renée Roudaut 1847-1930). Zij is ruim veertig jaar overste geweest (1882-1925) en heeft er voor gezorgd dat de missie van de zusters werd uitgebreid vanuit Noord-Afrika naar het hele continent. Ook bepleitte zij in 1892 een grotere rol voor het apostolaat, voor die tijd deden de zusters voornamelijk landbouw en handarbeid. In eerste instantie was de congregatie erg Frans gericht, maar later kwamen er zusters van allerhande nationaliteiten bij, die altijd samen in internationale communiteiten in Afrika woonden. Lavigerie wilde niet dat de zusters zich identificeerden met de koloniale regeringen, maar onafhankelijk bleven.
Kort historisch overzicht van MZOLA
1869
Stichting van de congregatie van de Missiezusters van O.L. Vrouw van Afrika, in de volksmond ‘Witte Zusters’ genoemd, door de Franse Kardinaal Charles Lavigerie, aartsbisschop van Algerije. Aanvankelijk zijn zij actief in Noord-Afrika, later ook in de rest van Afrika. Een jaar daarvoor had Lavigerie de Societeit van Missionarissen van Afrika (Witte Paters) gesticht.
1882
De Bretonse Mère Marie Salomé treedt aan als eerste algemene overste, een functie die ze 43 jaar bekleedt. Ze past de taken van de zusters aan van landbouw naar onderwijs en ziekenverpleging.
1885
Lavigerie wil de congregatie opheffen omdat hij twijfelt aan de toekomst en de mogelijkheden van de ingetreden vrouwen. Zowel de paters als de zusters weerhouden hem hiervan.
1887
Vestiging van het eerste Nederlandse klooster in Wijck bij Maastricht, bedoeld als vormingshuis voor Nederlandse, Duitse en Belgische kandidaten. Eerste Nederlandse zuster, Sophie Wouterlood, treedt in (Zr. Agaath). MZOLA is eerste Nederlandse congregatie specifiek voor vrouwelijke missionarissen.
1888
Anti-slavernij campagne. Lavigerie trekt langs alle belangrijke Europese hoofdsteden.
1894
De Witte Zusters trekken voor het eerst naar Tanzania, waaronder de Nederlandse zusters Lidwine en Alphonso, waar ze zorgen voor vrouwen en (wees)meisjes. Later gevolgd door missieposten in Congo, Soedan en West-Afrika. Samenwerking met de Witte Paters is hierin heel belangrijk.
1896
Opening van het klooster Sancta Monica in Esch (Noord-Brabant) als opleidingshuis.
1898
Congregatie wordt steeds internationaler. Eerste uitgave van tijdschrift ‘Kronieken van de Missiezusters van OLV van Afrika’.
1903
Stichting van de eerste inlandse congregatie, de Zusters Koningin van Afrika in Tanganyika. Zes jaar later gevolgd door de Banabikira in Oeganda. In totaal richten de Witte Zusters 22 Afrikaanse congregaties op met momenteel ca. 4.000 leden.
1910
De Witte Zusters worden een congregatie naar pauselijk recht. Officiële goedkeuring van de constituties door het Vaticaan.
1918-1940
Sterke toename van het aantal zusters in Nederland, de periode van het ‘Grote Missie-uur’. In 1934 heeft de congregatie 177 geprofeste Nederlandse zusters op een totaal aantal leden van 1200 wereldwijd.
1940
Vertaling van de constituties in het Nederlands, dat de voertaal wordt (in plaats van Frans).
1947
De start van een internationaal vormingsjaar in Algiers voor alle leden van de congregatie. In 1960 wordt dit studiecentrum vervangen door centra in Toulouse en in Londen. Steeds meer wordt Engels de voertaal.
1948
Nederland wordt een zelfstandige provincie (bestuurseenheid) van de congregatie. Tanganyika wordt een vice-provincie van Nederland o.l.v. een Nederlandse overste.
1960
Meer dan 2.000 leden in totaal, meer dan 200 huizen wereldwijd.
1961
Tanzania wordt onafhankelijk. Alle missiescholen werden genationaliseerd en buitenlandse zusters werden uit het onderwijs gezet. De scholen van de Witte Zusters werden versneld overgedragen aan inlandse congregaties. In Ghana gebeurde dit in de jaren ’70 van de vorige eeuw. Toch bleven Europese bisschoppen en religieuzen in Afrika nog lang een vertrouwd gezicht. De overdracht verliep niet altijd eenvoudig.
1962-1965
Het Tweede Vaticaans Concilie bevestigt een nieuwe visie op missie. Niet alleen politieke, maar ook kerkelijke verzelfstandiging van de missielanden.
1964
Het generaal bestuur verhuist van Algiers naar Frascati, bij Rome.
1966
In Nederland wordt de opleiding verplaatst van Esch naar Mook vanwege de afname van het aantal intredingen. Steeds meer teruggekeerde missionarissen in Nederland, die zich bezig gaan houden met ontwikkelingen in kerk en samenleving. Ze zijn actief in wereldwinkel, contacten met moslims, Amnesty International, parochiewerk, ziekenbezoek enz.
1969
Als gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie vindt een ‘vernieuwingskapittel’ plaats. Herbezinning op taken en charisma, het dragen van het habijt wordt facultatief. Meer aandacht voor gemeenschapsleven en medeverantwoordelijkheid. Emancipatie van de zusters ten opzichte van de paters. De keuze voor vrouwen en voor Afrika blijft overeind.
1975-1985
‘Afrikanisering’ van de congregatie. In Afrika worden steeds meer taken overgedragen. Het noviciaat wordt verplaatst naar Afrika. De prioriteit ligt bij de vorming van Afrikaanse vrouwen en bij de zorg voor armen. Nieuwe constituties aangenomen.
1992
Nog 177 Nederlandse zusters, waarvan 39 werkzaam in Afrika.
2005
Klooster Sancta Monica in Esch gesloten. Wordt verbouwd tot startersappartementen. Zusters inmiddels allen woonachtig in verzorgingshuizen en appartementen, verdeeld over diverse plaatsen.
2011
Op Generaal Kapittel wordt nieuwe visie op missie geformuleerd: missie op 6 continenten, onze missie is een. Bewuste keus voor rechtvaardigheid, vrede en heelheid van de schepping. Verandering van bestuursstructuren van congregatie nodig.
2012
Eerste lekencoordinator (ipv zuster-overste) aangesteld, vanwege ouderdom zusters. Nederland gaat (ad experimentum) deel uitmaken van de ‘Entiteit’ van Noord-Europa, samen met Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Polen. Provincie Europa bestaat niet meer, in plaats van provinciale oversten keuze voor leiderschapsteams.
2016
Nog 52 Nederlandse zusters, waarvan één in Afrika. Vergrijzing en voltooiing in Europa, Canada en Verenigde Staten, verjonging in Afrika.
2017
Generaal Kapittel in Rome. Nieuw bestuur wordt gekozen. Beleid gericht op strijd tegen moderne slavernij en internationale mensenhandel, aandacht voor netwerken, preventie, belangenbehartiging en opvang van slachtoffers. Tevens uitdrukkelijke keus voor vluchtelingen- en migrantenproblematiek en de gevolgen van de wereldwijde klimaatverandering. Grote invloed van encycliek Laudato Si van Paus Franciscus. Meer samenwerking met Missionarissen van Afrika.
Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960:
http://resources.huygens.knaw.nl/zendingoverzeesekerken/RepertoriumVanNederlandseZendings-EnMissie-archieven1800-1960/gids/organisatie/3007497880
Meer info over Lavigerie:
https://www.dederdekerk.nl/index.php/encyclopedie-sp-157882441/missie-kopstukken-sp-1376477646/59-charles-lavigerie-stichter-van-de-witte-paters-en-de-witte-zusters