Die ene melding. Door Wil Thijssen, uit De Volkskrant 27 januari 2023

DIE ENE MELDING Verhaal van DOMINIQUE VAN ZWAM – SURVEILLANT VERKEERSPOLITIE

Door Wil Thijssen, dit artikel is op 27 febr 2023 in De Volkskrant gepubliceerd.

Politiemensen over die ene melding, wat er daarna gebeurde en hoe dat hun kijk op het vak ingrijpend heeft veranderd. Surveillant Dominique van Zwam van de Verkeerspolitie Oost-Brabant (34) kwam bij een begrafenis waar een onverwachte dode lag.

‘We kregen een spoedoproep: ‘Een mevrouw ademt niet. Dus reanimatie.’ Mijn collega Stan en ik waren in de buurt, in Boxtel, en ik tikte het adres in ons navigatiesysteem. Bij aankomst waren we verbaasd: het adres bleek een kerk te zijn, de Sint-Petrusbasiliek. Tegelijk met ons kwam de ambulance aanrijden. Bij de open kerkdeuren stond een vrouw ons al te wenken. Het was dinsdag, dus ik dacht: daar zal wel een poetsmevrouw onwel zijn geworden, of iemand die de planten verzorgt, zoiets.

‘Terwijl Stan de AED (een defibrillator, red.) uit onze dienstauto haalde, rende ik als eerste naar binnen. Ik kwam in het voorportaal en daarna in de kerk en schrok, want daar was een mis gaande met honderd mensen die zich naar mij omdraaiden. Ik rook de wierook en de brandende kaarsen en liep zo snel maar respectvol mogelijk door het middenpad. Twee ambulancemedewerkers kwamen met een brancard achter me aan.

‘Voor het altaar stond een doodskist, met een bloemstuk en rouwlinten erop. Daarnaast lag een oude vrouw bewusteloos op de grond, met haar ogen open. Meteen ging ik op mijn knieën zitten, pakte haar hand en vroeg aan de vier mensen die om haar heen stonden: ‘Wat is er gebeurd?’ Een dame antwoordde dat de bewusteloze mevrouw een gebed op het spreekgestoelte had gehouden. Toen ze het trapje afkwam, zakte ze ineens in elkaar.

Door God geroepen

‘Een ambulancemedewerker legde een hand in haar hals en zei: ‘Ik voel geen hartslag.’ Meteen maakten wij ons klaar om te reanimeren, maar diezelfde vrouw zei: ‘Dit is een Zuster, zij wil niet gereanimeerd worden.’ ‘Echt?’, vroeg ik nog, want die bewusteloze dame had geen habijt of zoiets aan. ‘Ja’, antwoordde de vrouw, ‘als hun moment daar is om te gaan, dan heeft God je geroepen. En dan moet je ook gaan.’ In de doodskist lag ook een Zuster, ik was midden in haar begrafenis beland. Heel bizar.

‘Als iemand een niet-reanimerenketting om heeft, of een tatoeage dat-ie niet gereanimeerd wil worden, stoppen wij meteen. Maar dit was nieuw voor me. Dan moet je wel even accepteren dat je dus iemand geen kans meer geeft, dat je diegene dood laat gaan. Je bent getraind om te handelen, instinctief wil je hulp verlenen, maar dat werd ons dus ontraden. Dat was wel even een schakelmomentje. Zeker omdat we vanuit de kerk hoorden roepen: ‘Doe iets! Waarom doen jullie niks? Waarom grijpen ze niet in?’

‘Wat het makkelijker maakte om niks te doen, was dat ik in de ogen van die vrouw een sprankeling zag, iets heel vredigs, ze straalde een soort rust uit, alsof haar gelaat zei: het is goed zo. Dat is misschien moeilijk te begrijpen, maar ik heb al vaker reanimaties gedaan en daarbij zag je het leven uit de ogen lopen, dat probeer je zo snel mogelijk terug te halen. Maar dit was echt anders. Bijna mooi.a

‘Twee politiecollega’s uit Boxtel kwamen binnenrennen. Ik zei: ‘We kunnen niks meer betekenen, zij is een religieuze, die willen niet gereanimeerd worden.’ Een van de collega’s knielde ter hoogte van het hoofd van de bewusteloze vrouw en sloot haar ogen.

Ontdaan

‘Omdat de kerk enorm galmt, moesten we fluisteren, alles wat we zeiden was te horen. Om nog meer reuring te voorkomen en omdat al die mensen als het ware iemand voor hun neus dood hadden zien neervallen, wat toch heel traumatiserend is, besloten we mevrouw uit het zicht van de mensen te halen. Een ambulancebroeder lichtte de pastoor daarover in. We trokken het laken van de brancard, legden dat op de grond, schoven met z’n zessen die zuster erop, vouwden het laken boven haar dicht en tilden haar zo op de brancard. Want iemand die zich slap houdt, al weegt ze maar 50 kilo, is veel zwaarder dan iemand die een beetje meewerkt.

‘We brachten haar achter in de kerk naar de sacristie, een soort omkleedkamer van de pastoor. Vlak voordat we daar door een dikke houten deur naar binnen gingen, hoorde ik de pastoor zeggen: ‘Geachte aanwezigen, zuster Gerda is helaas overleden.’ Je hoorde ‘Oeh’, er ging een schokgolf door de kerk.

‘De ambulance bracht het lichaam weg, daarna reden Stan en ik naar ons bureau in Vught, want we waren toch wel ontdaan van de situatie. Dit was allemaal in de coronatijd, toen er net weer honderd in plaats van dertig mensen naar een begrafenis mochten. Daarom stonden in de kerk ook allemaal camera’s, zodat de Witte Zusters in het verzorgingshuis de mis ook konden bijwonen. Die hadden het dus allemaal zien gebeuren.

‘Onderweg zeiden Stan en ik tegen elkaar: soms moet je accepteren dat iets anders loopt dan je verwacht, soms moet je de keuze van een persoon respecteren, al druist die in tegen alles waarop je bent getraind. Maar ze lag er mooi bij, alsof ze al lag opgebaard. Het was echt goed zo.’

Noot door Marina van Dalen, coordinator Witte Zusters: het is zeker niet zo dat religieuzen automatisch niet gereanimeerd (willen) worden, want uiteraard mogen ook onze Witte Zusters zelf bepalen of ze al dan niet een niet-reanimatieverklaring invullen. Bij deze zuster wisten wij zeker dat zij zo’n verklaring had ingevuld, zoals eigenlijk bij al onze zusters op hoge leeftijd het geval is.

Lees dit artikel: op De Volkskrant